- Leg het blikje op een glad oppervlak.
- Zet op 2 cm ernaast het boek rechtop.
- Blaas met het rietje precies tussen het blikje en het boek.
Lucht bestaat uit kleine deeltjes en die drukken alle kanten op. Dit noemen we luchtdruk. Als je tussen het blikje en het boek blaast, wordt de luchtdruk daar kleiner. Daarom kan de stilstaande lucht uit de omgeving het blikje naar het boek toe drukken.
Lucht bestaat uit moleculen. Dit zijn kleine deeltjes die alle kanten op bewegen. Daardoor botsen ze tegen elkaar en hun omgeving. De kracht waarmee ze botsen noemen we luchtdruk. Als je gaat blazen gaat de lucht bewegen. In bewegende lucht is de luchtdruk kleiner dan in stilstaande lucht. Dit werd al in de 18de eeuw ontdekt door Bernoulli.
Bron www.energiegenie.nl